Groep 1/2 heeft na de kerstvakantie het thema ziek zijn in de klas. Het begon met pop die in de huishoek allemaal stippen had op zijn lichaam. Wat kan dit nou toch zijn? Als je ziek bent moet er goed voor je gezorgd worden. Als je na een dagje niet beter wordt, wat moet er dan gebeuren? Dan haalt papa of mama bij de kruidvat vaak een medicijn. Dus we hebben in de klas een apotheek gemaakt. Pillen worden gesorteerd, doosjes moeten op de goede plek, dus we moeten ook weten waar je allemaal pillen, zalfjes en drankjes voor kan krijgen. Vervolgens werd pop niet beter en moesten we toch maar naar de dokter. Daar hebben we allerlei dingen over opgezocht. Wat doet een dokter? Oogtest, wegen en meten, hart luisteren. Pop was even mee naar buiten, maar gevallen bij de glijbaan. We hebben toen de ambulance maar gebeld. Wat was ook alweer het nummer? 112, dat mag je alleen bellen in noodgevallen. Gelukkig kwam de ambulance bij ons op school en hebben we samen in de klas alles doorgesproken. Er is een hartfilmpje gemaakt, een bloeddruk test en we hebben de ambulance goed bekeken. Samen met de peuters. We hebben zelf ook een ambulance gemaakt, die hebben we naast de echte gezet om te kijken wat we allemaal nog moeten maken. Pop ging mee naar het ziekenhuis! Wij gaan in de klas ook een ziekenhuis maken. Dan kunnen we vanaf nu ook goed voor iedereen zorgen. Met de ambulance rijden we een parcours in de speelzaal. We hebben echt plezier en al super veel geleerd!